• pools·hoog·te
  • Samenstelling van pool (hemelpool) en hoogte met het invoegsel -s-
enkelvoud meervoud
naamwoord poolshoogte poolshoogten
poolshoogtes
verkleinwoord - -

de poolshoogtev

  1. de hoogte van de hemelpool
    • Hij berekende de poolshoogte in een poging zijn positie te bepalen. 
  • poolshoogte nemen
kijken hoe het gaat [1]
•  Van hogerhand was bevel gegeven dat van nabij poolshoogte genomen moest worden van wat de moffen uitspookten. [2] 
79 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[3]
  1. poolshoogte op website: Etymologiebank.nl
  2. Lemaitre, Pierre
    Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 13
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be