polyester
- po·ly·es·ter
- In de betekenis van ‘kunststof’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- afgeleid van ester met het voorvoegsel poly-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polyester | polyesters |
verkleinwoord | - | - |
het polyester o
- (scheikunde) polymeer dat bestaat uit een keten van esterbindingen
stellend | |
---|---|
onverbogen | polyester |
verbogen |
polyester
- van polyester vervaardigd
- Het woord polyester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "polyester" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "polyester" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be