• po·ly
stellend
onverbogen poly
verbogen
partitief poly's

[A] poly

  1. betrekking hebbend op een situatie waarbij men tegelijkertijd meerdere duurzame liefdesrelatie onderhoudt met verschillende personen
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord poly poly's
verkleinwoord

[A] de polyv / m

  1. (persoon) iemand die polyamoreus is
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord poly -
verkleinwoord - -

[B] het polyo

  1. geen meervoud (scheikunde) polymerisatieproduct van etheen, een vaak toegepaste kunststof