politiestudent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: politiestudent (hulp, bestand)
- IPA: / poˈli(t)sistyˌdɛnt / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- po·li·tie·stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van politie zn en student zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politiestudent | politiestudenten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de politiestudent m
- (persoon) (onderwijs) (ordehandhaving) agent in opleiding
- ▸ Hij is aangehouden door een student van de politie die op dat moment geen dienst had. De student zag de verdachte lopen over de Bloemgracht. De verdachte had de kluis bij zich, evenals een tafel die ook was gestolen uit de gebedsruimte. De politiestudent heeft de verdachte aangesproken, waarna hij werd aangehouden.[1]
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van politiestudente
Gangbaarheid
- Het woord 'politiestudent' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “34-jarige man steelt kluis uit gebedsruimte in Zaandam, aangehouden door politiestudent in vrije tijd” (22 augustus 2020) op noordhollandsdagblad.nl