politiemuts
- Geluid: politiemuts (hulp, bestand)
- IPA: / poˈli(t)siˌmʏts / (4 lettergrepen)
- po·li·tie·muts
- samenstelling van politie zn en muts zn [1]
- [1] leenvertaling van Frans bonnet de police
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politiemuts | politiemutsen |
verkleinwoord | - | - |
- (hoofddeksel) (militair) hoofddeksel van textiel zonder klep, dat gemakkelijk opvouwbaar is en dat militairen dragen als ze in de legerplaats zijn of bij ongevaarlijke werkzaamheden
- Onderweg merkten mevrouw Zilcken en ik op - het moest zondag zijn - hoeveel militairen op wandel waren, meestal flinke jongens, maar zo jong! In hun blauwe kapotjas, die hun tot aan de hielen reikte, de politiemuts rechtop, op zijn Belgisch, kuierden de kerels niet alleen langs het kanaal, waar, in de zonsondergang ook de pracht stierf van de grote bomen, maar ze hielden bij hun leest lieve en mollige landgenoten. [2]
- (hoofddeksel) ander hoofddeksel dan pet of helm dat onderdeel is van het uniform van politieagent
- Speurende agenten zagen in het Winschoterdiep een bonte politiemuts drijven, in het Gronings politiejargon van toen ook wel 'pool' genoemd. Nadat die muts was opgevist, bleek dat die van agent Van Vliet was; zijn naam en dienstnummer stonden er namelijk in. [3]
- Hedenmorgen vond in de politiesociëteit aan de Dj. Bali in aanwezigheid van tal van leraren der verschillende scholen, de officiële installatie plaats der nieuwe "agenten". De geslaagden met een witte Sam Brown (riemstel) en een witte politiemuts met een speciaal insigne (BKLL), werden één voor een voor geroepen, waarop zij uit handen van de vertegenwoordiger van de hoofdcommissaris, de commissaris 1ste klas R. Sanusi Prawirakusuma, hun diploma ontvingen. [4]
- (scheldwoord) vrouwelijke medewerker van de politie
- Ik greep het potlood van tafel en duwde het tussen mijn kiezen. Stom mens, typisch zo’n politiemuts. Als het zo moest, dan zei ik gewoon niets meer. Klaar. Ze mocht toekijken hoe mijn kaken een stuk politiehout vermaalden, daar moest ze het maar mee doen. [5]
-
1. De politiemuts van een Franse legerofficier.
- [1] kwartiermuts, veldmuts
- [1] dat klopt als een politiemuts zonder klephet is bepaald niet verrassend dat dat juist is[6]
- Het woord politiemuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Verlaine, P. (vert. Karel Jonckheere)Twee weken Holland. (1978) Manteau, Brussel; ISBN 90 223 0681 X; p. 41/42; geraadpleegd 2019-02-06
- ↑ Blaauw, J.A.Moord op een diender: een historisch feitenrelaas over Nederlandse politieambtenaren die door geweld om het leven kwamen (2011) Uitgeverij De Fontein, Utrecht; ISBN 9789026129391; hfst. 3.2; geraadpleegd 2019-02-06
- ↑ "Veilig verkeer" in: Het Nieuwsblad voor Sumatra jrg. 6 nr. 1554 (24 oktober 1953); p. 2 kol. 2; geraadpleegd 2019-02-06
- ↑ Jongman, M.Kiek (2009) Lemniscaat Rotterdam; ISBN 978 90 477 0179 8; p. 12; geraadpleegd 2019-02-06
- ↑ Sijs, N. van der (ed.)kloppen (2015-) op website eWND: meertens.knaw.nl/ewnd/; geraadpleegd 2019-02-06