Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veld·muts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldmuts veldmutsen
verkleinwoord veldmutsje veldmutsjes

Zelfstandig naamwoord

de veldmutsv

  1. (militair) (hoofddeksel) een stoffen hoofddeksel dat soldaten dragen als ze buiten het bereik van vijandelijk vuur zijn

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen