politiebureau

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  politiebureau    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• po·li·tie·bu·reau

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  politie  en  bureau 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	politiebureau	politiebureaus
verkleinwoord	politiebureautje	politiebureautjes

Zelfstandig naamwoord

het politiebureau o

1. een gebouw van waaruit de politie haar activiteiten ontplooit

   ▸ Eerder zei de politie Amsterdam dat de melding van Nathalie de enige was. Na nieuw contact bevestigt de politie nu dat er "een handvol meldingen" bekend zijn. Meer politiebureaus bevestigen dat het probleem mogelijk groter is dan nu bekend.

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: polisiestasie (af), polisiekantoor (af) Duits: Polizeiwache (de) v, Polizeirevier (de) o Engels: police station (en) Frans: hôtel de police (fr), commissariat de police (fr) m

Hongaars: rendőrség (hu) Ido: polico-domo (io), policerio (io) Indonesisch: kantor polisi (id) Spaans: comisaría (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord politiebureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.