pohyb m

  1. beweging


  • po·hyb

pohyb monbezield

  1. beweging; verandering van plaats/positie
    «Prostorové čidlo reaguje na každý pohyb rozsvícením světla.»
    De bewegingssensor reageert op elke beweging met het oplichten van de lamp.
  2. beweging; in de staat verkeren waarin de locatie steeds verandert
    «Pohyb planet po obloze lze zjistit dlouhodobým pozorováním.»
    De beweging van de planeten aan de hemel kan met langdurige observaties worden vastgesteld.
  3. (figuurlijk) beweging, verandering
    «Pohyb cen zboží je způsoben pohybem cen nákladů.»
    De beweging van de prijzen van producten wordt veroorzaakt door de beweging van de prijzen van de componenten.
  1. klid monbezield
  2. status quo monbezield