personal computer
- Geluid: personal computer (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpʏːrsənəlkɔmˈpjutər / (6 lettergrepen)
- per·so·nal com·pu·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | personal computer | personal computers |
verkleinwoord | personal computertje | personal computertjes |
de personal computer m
- (informatica) apparaat voor individueel gebruik dat met programma's gegevens verwerkt
- [1] pc
1. apparaat voor individueel gebruik dat met programma's gegevens verwerkt
- Het woord personal computer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.