1. Een pennentrek met blauwe inkt.
  • pen·nen·trek
enkelvoud meervoud
naamwoord pennentrek pennentrekken
verkleinwoord - -

de pennentrekm

  1. haal met een instrument dat inkt in een doorgaande lijn aanbrengt
     Deze tekeningen zijn afwisselend op de reguliere manier, in ruwe pennentrekken, getekend en op een veel zachtere manier, als met waterverf of vetkrijt getekend.[2]
  2. (figuurlijk) minimale uiting
     Maar hier hebben wij blijkbaar te maken met een neringdoener die nog, net als vele van de schrijvers wier worpen hij tracht te slijten, meent dat een tekst de mens kan infecteren. (…) Ik hoor dit liever dan dat een boekhandelaar eender welke pennentrek van eender welke schrijvelaar zou verkopen, gewoon omdat het opbrengt.[3]
  3. manier van schrijven of tekenen met een instrument dat inkt in een doorgaande lijn aanbrengt
      Toen ge uw vingers leerde buigen naar den vreemden pennentrek,
    Dien de Koran heeft geheiligd by het kroost van Amalek; (…)
    [4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Sven Vitse
    Twee beeldverhalen. : Een verkenning van het medium in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 156 nr. 5 (december 2011), MER, Gent, p. 770
  3.   Weblink bron
    Dimitri Verhulst
    “Gelukkig, ze weigeren mijn boek” (16 april 2009) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron Treurzang van Ibn Doreid in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 48 nr. 13 (1808), G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, Amsterdam, p. 522