penhoren
- pen·ho·ren
- samenstelling van pen en horen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | penhoren | penhorens |
verkleinwoord | penhorentje | penhorentjes |
de penhoren m
- horen (hoorn) in de vorm van een pen
- (buikpotigen) Turritella communis een in zee levende slakkensoort uit de familie Turritellidae en het geslacht Turritella
- Het woord 'penhoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.