pechstrook
- Geluid: pechstrook (hulp, bestand)
- IPA: /ˈpɛxstrok/
- pech·strook
- samenstelling van pech en strook
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pechstrook | pechstroken |
verkleinwoord | pechstrookje | pechstrookjes |
de pechstrook v
- (verkeer) (Vlaanderen) door doorgetrokken streep gemarkeerd afgescheiden gedeelte van de rijbaan op de autosnelweg of autoweg, bedoeld voor noodsituaties
- (Nederland) vluchtstrook
1. gedeelte van de rijbaan bedoeld voor noodsituaties
- Het woord pechstrook staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pechstrook" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be