• pech·strook
enkelvoud meervoud
naamwoord pechstrook pechstroken
verkleinwoord pechstrookje pechstrookjes

de pechstrookv

  1. (verkeer) (Vlaanderen) door doorgetrokken streep gemarkeerd afgescheiden gedeelte van de rijbaan op de autosnelweg of autoweg, bedoeld voor noodsituaties
91 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be