pascontrole
- Geluid: pascontrole (hulp, bestand)
- pas·con·tro·le
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pascontrole | pascontroles |
verkleinwoord |
- de controle aan de grens of men een geldig paspoort heeft
- ▸ Hetzelfde gevoel had ik nu ik de pascontrole en douane naderde.[2]
- ▸ Timmermans noemde de huidige naleving een zwak punt. Maar hij waarschuwde voor te snelle stappen in de strijd tegen terreur. „Het gaat erom snel te handelen, maar niet overhaast”, aldus de commissaris. De zogenoemde Schengenlanden, die onderling geen permanente pascontroles uitvoeren, zouden bijvoorbeeld eerst de bestaande mogelijkheden voor flexibele grenscontroles moeten benutten.[3]
1. de controle aan de grens of men een geldig paspoort heeft
- Het woord pascontrole staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)“Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
- ↑ Weblink bron “Timmermans: Europese antiterreur kan beter” (11 februari 2015), Reformatorisch Dagblad