paspoortcontrole
- Geluid: paspoortcontrole (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑsportkɔnˌtrɔːlə / (5 lettergrepen)
- pas·poort·con·tro·le
- samenstelling van paspoort zn en controle zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paspoortcontrole | paspoortcontroles |
verkleinwoord | - | - |
- identificatie met behulp van een door de overheid verstrekt reisdocument om na te gaan of iemand zijn reis mag voortzetten
- ▸ Jarenlang konden inwoners van Zweden en Denemarken de Sont-brug oversteken zonder hun paspoorten te laten zien. In ieder geval de komende zes maanden is nu wel paspoortcontrole ingesteld.[1]
- Het woord paspoortcontrole staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Annelies Bontjes“Denemarken controleert grens Zweden na explosies” (12 november 2019) op nrc.nl