parvenu
- par·ve·nu
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iem. van lage afkomst die rijk, maar niet beschaafd is’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Uit Frans: parvenu < parvenir - slagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parvenu | parvenu's |
verkleinwoord | parvenuutje | parvenuutjes |
de parvenu m
- (pejoratief) iemand die tot een hogere klasse in de maatschappij, doch niet tot de daarbij behorende beschaving gekomen is
- Wat een platvloerse parvenu is hij toch!
1.
- Het woord parvenu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parvenu" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "parvenu" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
parvenu
- voltooid (verleden) deelwoord van parvenir
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
parvenu | le parvenu | parvenus | les parvenus |
pain m
- (pejoratief) parvenu, patjepeeër, welgesteld en tegelijk onaangepast iemand