Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pant·ser·wie·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de pantserwierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pantserwier
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (protisten) stam van eencelligen met een tweetal zweepstaartjes die in water leven, Dinoflagellata  
    • De meeste pantserwieren zijn eencelligen met twee verschillende flagella. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie