pantoffeldiertje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·tof·fel·dier·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord pantoffeldiertje pantoffeldiertjes

Zelfstandig naamwoord

het pantoffeldiertjeo dim. tant.

  1. (protisten) pantoffelvormig eencellig trilhaardiertje (Paramecium aurelia) waarvan de cellen enigszins lijken op kleine pantoffeltjes qua vorm met een groef die als celmond fungeert.
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be