paardachtige
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- paard·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
- paardachtig bn met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paardachtige | paardachtigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
paardachtige
- (onevenhoevigen) zoogdier uit de familie Equidae van onevenhoevige zoogdieren. Tegenwoordig bestaat er nog slechts één geslacht, Equus. Tot de paardachtigen behoren vier groepen: de paarden, ezels, halfezels en zebra's. Wilde paardachtigen leven nog op grasvlakten in oostelijk en zuidelijk Afrika en Centraal-Azië, terwijl verwilderde paarden ook in Amerika en Australië voorkomen. Twee soorten, het paard en de ezel, zijn succesvol gedomesticeerd en worden wereldwijd gehouden, voornamelijk als last- en rijdier
Hyponiemen
- bergzebra, Catalaanse ezel, ezel, grévyzebra, Hartmanns bergzebra, Kaapse bergzebra, kiang, Mexicaans paard, Mongoolse wilde ezel, Nubische wilde ezel, onager, paard, Perzische onager, przewalskipaard, quagga, Somalische wilde ezel, steppezebra, Syrische wilde ezel, tarpan, wilde ezel, zebra
Gangbaarheid
- Het woord 'paardachtige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.