overzetboot
  • over·zet·boot
enkelvoud meervoud
naamwoord overzetboot overzetboten
verkleinwoord overzetbootje overzetbootjes

de overzetbootv / m

  1. veerboot (met name die voor fietsers en voetgangers)
    • ‘De hoogte van de brug en andere technische details moeten nog verder worden uitgewerkt’, zegt Van de Velde. ‘De twee mogelijke locaties liggen aan de zuidrand, omdat daar minder scheepvaartbewegingen zijn: cruiseschepen komen daar bijvoorbeeld niet voorbij. Aan de noordrand kan je werken met overzetboten en watertaxi’s.’[2] 
    • Nadat vanochtend al een overzetboot was vertrokken vanop het Griekse eiland Lesbos richting Turkije, heeft nu ook een tweede boot de tocht voltooid. In totaal zijn er vandaag zo'n 120 vluchtelingen teruggestuurd. Drie activisten moesten vanochtend door de kustwacht uit het water gehaald worden omdat ze de operatie probeerden te beletten.[3] 
72 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]