overlap
- Geluid: óverlap (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌlɑp / (3 lettergrepen)
- Geluid: overláp (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈlɑp / (3 lettergrepen)
- over·lap
- zn: van Engels overlap zn , soms opgevat als samenstelling van over en lap ww ook wel vernederlandst met het achtervoegsel -ing tot overlapping [1]
- ww: van Nederlands overlappen ww
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overlap | overlappen |
verkleinwoord | - | - |
de óverlap m
- mate waarin twee lagen, onderdelen e.d. iets gezamenlijk bedekken
- Er is altijd overlap tussen grootzeil en voorzeil.
- overdrachtelijk situatie dat iets door meer dan een persoon bestreken wordt
- Er is een halfuurtje overlap tussen de ochtendploeg en de avondploeg.
- (wiskunde) ~ tussen twee functies f(x) en g(x): de integraal
- Wanneer de overlap nul is zijn twee functies orthogonaal.
vervoeging van |
---|
overlappen |
[B] overláp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlappen
- Ik overlap.
- gebiedende wijs van overlappen
- Overlap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlappen
- Overlap je?
- Het woord overlap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overlap" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ overlap op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
samenstelling van over en lap
enkelvoud | meervoud |
---|---|
overlap | overlaps |
overlap
- de mate waarin twee lagen, onderdelen e.d. iets gezamenlijk bedekken
- gedeeltelijke bedekking, overdekking
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to overlap |
he/she/it | overlaps |
verleden tijd | overlapped |
voltooid deelwoord |
overlapped |
onvoltooid deelwoord |
overlapping |
gebiedende wijs | overlap |
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to overlap |
he/she/it | overlaps |
verleden tijd | overlaped |
voltooid deelwoord |
overlaped |
onvoltooid deelwoord |
overlaping |
gebiedende wijs | overlap |
overlap
- overgankelijk iets gedeeltelijk van twee zijden met een laag bedekken
- onovergankelijk gedeeltelijk van twee zijden bedekt zijn