overlappen
- [A] Geluid: overláppen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈlɑpə(n) / (4 lettergrepen)
- [B], [C] Geluid: óverlappen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌlɑpə(n) / (4 lettergrepen)
- over·lap·pen
- [A] van Engels overlap ww , in de betekenis van ‘zich uitstrekken over iets anders’ aangetroffen vanaf 1936 [1] [2] [3]
- [B] overlap zn met de uitgang -en
- [C] samenstelling van over bw en lappen ww [4]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overlappen |
overlapte |
overlapt |
zwak -t | volledig | [A] |
[A] overláppen
- overgankelijk gedeeltelijk dubbel bedekken
- Ik overlap de randen van de geverfd[e] strepen aan beide kanten met 1 cm, zodat je de lelijke randen ook niet meer ziet.
- overgankelijk (figuurlijk) gedeeltelijk samenvallen
- wederkerig elkaar ~ gedeeltelijk van twee zijden laagsgewijs bedekken
- In een venndiagram overlappen twee of meer figuren elkaar om de doorsnede van twee verzamelingen aan te geven.
[B] de óverlappen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord overlap
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overlappen |
lapte over |
overgelapt |
zwak -t | volledig | [C] |
[C] óverlappen
- overgankelijk opnieuw met een doek schoonmaken
- Het woord overlappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overlappen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ overlappen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "overlappen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be