overheersen
- Geluid: overheersen (hulp, bestand)
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
overheersen | overheersend |
overheersing | overheerst |
- over·heer·sen
- samenstelling van over bw en heersen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overheersen |
overheerste |
overheerst |
zwak -t | volledig |
overheersen
- overgankelijk de macht uitoefenen over een ander volk
- Spanje is zeven eeuwen overheerst door de Moren.
- ▸ Soms werd Nicolaas door zoveel duivelse Pieten gevolgd, dat die de heilige totaal overheersten.[1]
1. de macht uitoefenen over een ander volk
- Het woord overheersen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overheersen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be