overheersend
- over·heer·send
vervoeging van: | overheersen |
verbogen vorm: | overheersende |
overheersend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | overheersend | overheersender | overheersendst |
verbogen | overheersende | overheersendere | overheersendste |
partitief | overheersends | overheersenders | - |
overheersend
- dominerend, heerszuchtig, de overhand hebbend, penetrerend
- De rode pepers waren te overheersend in het toch al heel scherpe gerecht.
- Hij was een overheersend type baas die niemand liet mee beslissen.
- Het woord overheersend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overheersend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be