• over·heer·sing
enkelvoud meervoud
naamwoord overheersing overheersingen
verkleinwoord

de overheersingv

  1. het overheersen, het uitoefenen van een verregaande macht over een land, volk of persoon
    • De Ottomaanse overheersing van het latere Albanië werd in 1912 beëindigd. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be