overhaasting
- over·haas·ting
- Naamwoord van handeling van overhaasten met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overhaasting | overhaastingen |
verkleinwoord |
de overhaasting v
- met te grote spoed
- Petter van Raalte, cultureel ondernemer: „Als het voldoende humanistisch is, ben ik voor. Ik ben benieuwd of het loopt. We hebben in de Gouvernestraat indertijd ook films vertoond over levensvragen, en daar was veel waardering voor, maar het liep niet storm. Het past bij de tijd, waar in de overhaasting van sociale media, toenemend behoefte ontstaat aan ‘echte’ sociale contacten. [2]
- Het woord overhaasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overhaasting" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Elsje Jorritsma 13 mei 2016 Stelling van de week: Bij films over levensvragen liep het niet storm
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be