overdag

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  overdag    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌovərˈdɑx/

Woordafbreking

• over·dag

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  over  en  dag 

Bijwoord

overdag

1. tijdens de uren van de dag

   ▸ Overdag was het steeds snikheet waardoor ik zweette als een otter.

Synoniemen

• (verouderd) 's daags

Antoniemen

• 's nachts

Vertalingen

    1. tijdens de uren van de dag   

Afrikaans: bedags (af) Duits: tagsüber (de) Engels: adays (en), during the day (en), in the daytime (en)

Frans: en journée (fr), de jour (fr) Spaans: de día (es)

Gangbaarheid

• Het woord overdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overdag" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.