Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 's daags
Woordherkomst en -opbouw
  • Genitief van de dag.

Bijwoord

's daags

  1. gedurende de dag
    • Maar de baljuw vervolgde:
      - Wanneer beet gij de arme slachtofferen?
      -- 's Nachts en ook 's daags.
       [1]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen