1. huis dat door ligging, omvang en ontwerp geschikt is voor mensen met een hogere leeftijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ou·de·ren·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ouderenwoning ouderenwoningen
verkleinwoord ouderenwoninkje ouderenwoninkjes

Zelfstandig naamwoord

de ouderenwoningv

  1. huis dat door ligging, omvang en ontwerp geschikt is voor mensen met een hogere leeftijd
    • De babyboomers gingen trouwen en om hen allemaal te kunnen huisvesten moesten hun ouders naar ouderenwoningen. [1]
    1. corporatiewoning die alleen aan mensen op hogere leeftijd verhuurd wordt
      • „De behoefte aan dit soort woningen is geweldig", zegt Krasovec „Als nu iemand komt te overlijden in de Laethofflat df in een ouderenwoning aan de pastoor Stevensstraat, dan trekken er nog diezelfde dag tien andere mensen aan de bel die die woning willen hebben."  [2]
Opmerkingen
  • Bij de ligging moet gedacht worden aan bereikbaarheid van voorzieningen, bij de omvang aan een- of tweepersoonshuishoudens en bij het ontwerp aan zaken als levensloopbestendigheid zoals gelijkvloerse kamers, voorkomen van vallen en andere ergonomische punten.
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen