optiefen
- op·tie·fen
- samenstelling van op en tiefen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
optiefen |
tiefte op |
opgetieft |
zwak -t | volledig |
optiefen
- ergatief (scheldwoord) zich uit de voeten maken
- Man, tief toch op!
1.
- Het woord optiefen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.