• ope·nings·zin
enkelvoud meervoud
naamwoord openingszin openingszinnen
verkleinwoord openingszinnetje openingszinnetjes

de openingszinm

  1. eerste zin van een toespraak of van een schriftelijk werk
    • 'Ik ben makelaar in koffie, en woon op de Lauriergracht No. 37.' is de openingszin van Max Havelaar geschreven door Multatuli 
    • 'In het zwartst van de tijd, omtrent Kerstmis, werd op de Rotterdamse kraamzaal het kind Jacob Willem Katadreuffe met de sectio caesarea ter wereld geholpen.' is de openingszin van F. Bordewijk: Karakter. 
  2. de eerste zin die je zegt als je iemand aanspreekt
    • Vaak worden openingszinnen gebruikt als mensen (vaak man) in contact willen komen met een interessant persoon (vaak vrouw). 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be