naamwoord van handeling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: naamwoord van handeling (hulp, bestand)
- IPA: /ˌnamwort vɑn ˈhɑndəlɪŋ/
Woordafbreking
- naam·woord van han·de·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naamwoord van handeling | naamwoorden van handeling |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
naamwoord van handeling o
- (grammatica) zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van de stam van een werkwoord en de actie die door het werkwoord wordt uitgedrukt beschrijft
Synoniemen
Verwante begrippen
Opmerkingen
In het artikel Naamwoord van handeling worden een aantal voorbeelden gegeven.
Gangbaarheid
- Het woord 'naamwoord van handeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.