Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Openbaring

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·ba·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openbaring openbaringen
verkleinwoord openbarinkje openbarinkjes

Zelfstandig naamwoord

de openbaringv

  1. het openbaar maken
    • Dat was een mooie openbaring, zeg. 
  2. iets wat wat geopenbaard is of wordt, iets wat ineens duidelijk wordt
    • Hij is werkelijk een openbaring voor mij. 
  3. (religie) een goddelijk geheim dat aan de mensheid bekend gemaakt wordt
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be