Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsrecht oorlogsrechten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsrechto

  1. (militair) (juridisch) geheel van rechtsregels in geval van een oorlogstoestand of een gewapende conflict
    • De Russische aanval op de kerncentrale Zaporizja van vannacht kan worden gezien als een schending van het oorlogsrecht, zegt hoogleraar Oorlogsstudies Frans Osinga van de Universiteit Leiden. [2] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen