oorlogshitser
- Geluid: oorlogshitser (hulp, bestand)
- IPA: / ˈorlɔxsˌhɪtsər / (4 lettergrepen)
- oor·logs·hit·ser
- Leenvertaling van Duits Kriegshetzer, voor het eerst aangetroffen in 1917 of 1918, voor een vindplaats, zie hieronder.
- samenstelling van oorlog zn en hitser zn met het invoegsel -s- .
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogshitser | oorlogshitsers |
verkleinwoord | - | - |
de oorlogshitser m
- (politiek) iemand die tot oorlog aanzet
- ▸ Eerstgenoemde, die bekwamer is dan de meeste leden van zijn huis, was de laatste jaren de ziel van de pan-Slavische beweging, de oorloghitser tegen Duitschland, die ook deelnam aan de Fransche intriges in Lotharingen.[1]
1.
- Het woord oorlogshitser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Het Officieele Nieuws, in het Westen in: Haagsche courant (17-05-1918), A. Sijthoff jr., 's-Gravenhage, p. 2 op Delpher.nl