oorlogshaven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oorlogshaven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈorlɔxsˌhavən / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- oor·logs·ha·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogshaven | oorlogshavens |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) aanlegplaats van waaruit marineschepen opereren
- In 1810 kreeg Medemblik de status van oorlogshaven, maar al in 1822 werden eerst de oorlogsvloot en de rijkswerf naar Den Helder verplaatst en in 1850 volgde ook het Koninklijk Instituut voor de Marine. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oorlogshaven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.