ooievaars
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ooi·e·vaars
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ooievaars | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ooievaars mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ooievaar
- meervoudsvorm als officiële benaming (ooievaarachtigen) Ciconiidae een familie van vogels uit de orde van de ooievaarachtigen. De familie telt 19 soorten. Ooievaars zijn een groep grote vogels met lange poten en een lange hals. Zij hebben een lange, rechte en stevige snavel. Ze hebben vrij korte tenen die aan de basis enigszins gewebd zijn
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] Abdims ooievaar, Afrikaanse bisschopsooievaar, Afrikaanse gaper, Afrikaanse maraboe, Afrikaanse nimmerzat, Aziatische bisschopsooievaar, Indische gaper, Indische maraboe, Indische nimmerzat, jabiroe, Javaanse maraboe, kaalkopooievaar, magoeari, Maleise nimmerzat, ooievaar, sundaooievaar, zadelbekooievaar, zwarte ooievaar, zwarthalsooievaar, zwartsnavelooievaar
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- ooievaarsbeen, ooievaarsbeet, ooievaarsbek, ooievaarsbloem, ooievaarsbos, ooievaarsdorp, ooievaarshals, ooievaarslocatie, ooievaarsnest, ooievaarsprik
Gangbaarheid
- Het woord ooievaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.