Afrikaanse maraboe
- (IPA in voorbereiding)
- Afri·kaan·se ma·ra·boe
- verbinding van Afrikaanse en maraboe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Afrikaanse maraboe | Afrikaanse maraboes |
verkleinwoord | Afrikaans maraboetje | Afrikaanse maraboetjes |
de Afrikaanse maraboe m
- (ooievaarachtigen) Leptoptilos crumenifer een bijzonder groot lid van de ooievaarfamilie
- Het woord 'Afrikaanse maraboe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.