oogarts
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oog·arts
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oog en arts
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogarts | oogartsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oogarts m
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord oogarts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oogarts" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be