• on·heb·be·lijk·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onhebbelijkheid onhebbelijkheden
verkleinwoord onhebbelijkheidje onhebbelijkheidjes

de onhebbelijkheidv

  1. het ongemanierd, onvriendelijk, onaangenaam en onbeschoft zijn
     En hij neuriede tijdens het spelen, een ongeneeslijke onhebbelijkheid, je kunt het horen op zijn studio-opnames, misschien wel het duidelijkst op de Goldbergvariaties van 1981, een bijna rampzalig storend geneurie, of een soort onbewust meezingen, het dreef de geluidstechnici tot wanhoop[3]
     De voetbalcarrière van Maradona werd ontsierd door twee schorsingen wegens cocaïnegebruik, een onhebbelijkheid die zich voortzette nadat hij zijn actieve loopbaan had beëindigd. Hij haalde meer dan eens het nieuws door gezondheidsproblemen, het gevolg van zijn ongezonde levensstijl, en extraverte gedrag in en buiten (schieten naar paparazzi) de stadions.[4]
  1. onhebbelijkheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  4.   Weblink bron “Diego Maradona op 60-jarige leeftijd overleden” (25-11-2020), NOS