• on·han·teer·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onhanteerbaar onhanteerbaarder onhanteerbaarst
verbogen onhanteerbare onhanteerbaardere onhanteerbaarste
partitief onhanteerbaars onhanteerbaarders -

onhanteerbaar

  1. niet onder controle te houden, niet in bedwang te houden
    • Als een rivier door een steen geraakt wordt, beschouwt de rivier dat als gewoon de zoveelste commotie in zijn toch al woelige stroom. Niets bijzonders. Niets onhanteerbaars. [1] 
    • Monsters representeren het biologisch onmogelijke, datgene wat slechts bestaat in fantasie, dromen, angstwanen en mythen. Het biologische is ongrijpbaarder en griezeliger dan het mechanische omdat het leeft: het evolueert, verandert, reageert en is dus onvoorspelbaar en onhanteerbaar. [2] 
    • Volgens een patiënte, die enkele jaren in de kliniek zat en nu onder een soepeler regime valt, is het een koud kunstje om aan drugs te komen. ,,Altijd is er wel iemand die wat heeft. Het personeel staat dit oogluikend toe, bang als ze zijn dat de patiënten zonder hun shot nog onhanteerbaarder zijn. [3] 
  2. ongemakkelijk
    • Die heel lange woorden (spaghettislingerwoorden?) maken we natuurlijk niet, want ze worden op den duur onhanteerbaar. Maar het zijn wel perfecte Nederlandse woorden, gemunt volgens de regels van de kunst. [4] 
  1. Shafak, Elif
    Liefde kent veertig regels vertaald uit het Turks door Smits, Manon [2011] ISBN 978-90-445-1742-2 pagina 9
  2. Louise, Fresco
    Kruisbestuiving [2014] ISBN 978-90-351-4251-0 pagina 138
  3. Tubantia 08-februari-2017
  4. de Standaard 29 OKTOBER 2010