• han·teer·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hanteerbaar hanteerbaarder hanteerbaarst
verbogen hanteerbare hanteerbaardere hanteerbaarste
partitief hanteerbaars hanteerbaarders -

hanteerbaar

  1. waarmee in praktische zin kan worden omgegaan, waar mee geleefd kan worden zonder dat er vreselijke dingen gebeuren
    • De overheidsfinanciën zijn dermate op orde gebracht dat de kosten van de vergrijzing in de toekomst hanteerbaar lijken te worden. Dat is de belangrijkste conclusie van een vandaag verschenen studie van het Centraal Planbureau (CPB) over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn. [1] 
     In vergelijking met andere gokverslaafden was het risico hanteerbaar, als ze de aandelen tenminste niet gingen belenen om nieuwe te kopen en die dan weer te belenen.[2]
  1. Philip de Witt Wijnen NRC 3 juli 2014
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149