onbestuurbaar
- on·be·stuur·baar
- afleiding van bestuurbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbestuurbaar | onbestuurbaarder | onbestuurbaarst |
verbogen | onbestuurbare | onbestuurbaardere | onbestuurbaarste |
partitief | onbestuurbaars | onbestuurbaarders | - |
onbestuurbaar
- waar geen leiding aan te geven is
- Deze anarchistische bende is onbestuurbaar.
- wat niet te sturen is
- Na het ongeluk was de auto onbestuurbaar en reed tegen de boom aan.
- Het woord onbestuurbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.