• on·der·melk
enkelvoud meervoud
naamwoord ondermelk
verkleinwoord

de ondermelkv / m

  1. (drinken) melk waarvan de room is afgehaald, magere melk, afgeroomde melk, koemelk waarvan het merendeel van het melkvet verwijderd is, tot maximaal 0,3% vet
     Die term bekt niet zo lekker, aangezuurde ondermelk, dus staat op een pak gewoon karnemelk.[2]
     De boerin kwam 's ochtends een emmer rauwe, romige melk aan huis brengen. Daarvan maakte de keukenmeid alle zuivelproducten waar we nu tevergeefs om vragen bij de supermarkt. Je liet de melk een dagje staan, en dikke verse roomvlokken kwamen vanzelf boven drijven. Precies het soort room dat Giuseppe nodig heeft voor zijn pastasaus. Dunnere room, te gebruiken als slagroom, dreef ook boven in de emmer. Dieper in de emmer zat ondermelk, met weinig vet.[3]
33 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Ellen den Hollander
    “Karnemelk is vaak geen echte karnemelk” (25-10-2018), Tubantia
  3.   Weblink bron
    PATRICK FAAS
    “Mama Melkunie” (10 oktober 1998), de Volkskrant
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be