Nederlands

 
distributiebon voor taptemelk
Uitspraak
Woordafbreking
  • tap·te·melk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ondermelk’ voor het eerst aangetroffen in 1750 [1]
  • magere melk [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord taptemelk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de taptemelkv / m [3]

  1. (drinken) melk waarvan de room is afgehaald, magere melk, afgeroomde melk, koemelk waarvan het merendeel van het melkvet verwijderd is, tot maximaal 0,3% vet
    • Ik werd gevoed met taptemelk. Dat zag blauwig, volgens mijn moeder. [4] 
    • Het recept voor het nagerecht Niemendal (slechts 123 calorieën per portie) met taptemelk en puddingmix, heb ik terzijde gelegd, maar zijn koffie-roomdressing voor salade intrigeerde me: een nagerecht op basis van room, koffie, noten, sinaasappel en munt. Een gloednieuwe manier om uw salade te versieren', schreef Jans.[5] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

36 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen