onbeweeglijk
- Geluid: onbeweeglijk (hulp, bestand)
- IPA: /'ɔmbə'wexələk/
- on·be·weeg·lijk
- Afgeleid van beweeglijk met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbeweeglijk | onbeweeglijker | onbeweeglijkst |
verbogen | onbeweeglijke | onbeweeglijkere | onbeweeglijkste |
partitief | onbeweeglijks | onbeweeglijkers | - |
onbeweeglijk
- zonder enige beweging
- Pff, dat is echt een onbeweeglijk ding!
- niet bewogen kunnen worden
- Dat daar is onbeweeglijk en massief ijzer.
1. zonder enige beweging
2. niet bewogen kunnen worden
- Het woord onbeweeglijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbeweeglijk" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be