[1] logo met blauwe omlijning
  • om·lij·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord omlijning omlijningen
verkleinwoord

de omlijningv

  1. door een duidelijk zichtbare lijn begrenst zijn
    • De piloot van een privévliegtuig in Florida heeft zich hoogstwaarschijnlijk kostelijk vermaakt in de lucht. Na het opstijgen vanaf Kissimmee Airport maakte de jet een bocht om aan een tekening te beginnen met een omlijning van tachtig kilometer: een piemel.[2] 
    • De inventieve 2D-animatie, zonder omlijningen en met een rustig, beperkt palet aan kleuren, levert het bewijs dat jeugdfilms echt niet zuurstokschreeuwerig hoeven te zijn om de aandacht vast te houden.[3] 
    • Als een kind wolken tekent zijn het vaak bolle, bloemkoolachtige vormen. Er is geen diffuus gebied waar de wolk langzaam overgaat in de lucht. Er is een duidelijk en strak onderscheid tussen wolk en lucht. In werkelijkheid hebben veel wolken vage contouren. Toch, wolken met een omlijning die net zo scherp is als die op een kindertekening bestaan wel. Deze wolken heten cumulus of stapelwolken.[4] 
  2. (figuurlijk) vaste, scherpe grens die het binnen en buiten gebied duidelijk van elkaar scheidt
    • Maar hij maakt zijn onderwerp instrumenteel als de cijfers in een rekensom, en negeert daarmee de essentie van kunst. Hoe moeilijk het ook is uit te leggen of verdedigen: juist omdát kunst ontsnapt aan vaste omlijningen, kan het kunst zijn. Het is het altijd meer dan het is.[5] 
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 13 mrt. 2015
  3. Volkskrant Pauline Kleijer 10 december 2015,
  4. NRC Dorine Schenk 5 september 2017
  5. Volkskrant Wieteke van Zeil 19 oktober 2013,
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be