[1] wagentje van de olieman
  • olie·man
enkelvoud meervoud
naamwoord olieman oliemannen
olielui
olielieden
verkleinwoord oliemannetje oliemannetjes

de oliemanm

  1. iemand die werk in de olieindustrie
    • Voormalig olieman Justin Welby leider anglicanen: Bisschop Justin Welby van Durham wordt de 105e aartsbisschop van Canterbury en geestelijk leider van de circa 80 miljoen anglicanen in de wereld. Dat heeft de Britse premier David Cameron vrijdag bekend laten maken. [3] 
    • Rex Tillerson: olieman wordt topdiplomaat VS: De man die wat Donald Trump betreft zijn minister van Buitenlandse Zaken wordt, heeft net als Trump geen enkele politieke ervaring. [4] 
  2. machinist op een schip
  3. iemand die zorgt voor betere relaties tussen mensen en groepen die elkaar niet bij voorbaat vertrouwen
    • De Nationaal Coördinator Groningen werd aangesteld als nieuwe verbindende factor, het oliemannetje tussen lijdend Groningen en het door noordelingen als onnavolgbaar geziene Den Haag. [5] 
    • Rutte neemt de rol van oliemannetje op zich. „Ik zal proberen te zorgen dat sfeer goed blijft en dat een aantal irritaties tussen mensen worden uitgesproken”, zei hij. „Ik hoef het zelf gelukkig met niemand bij te leggen.” [6] 
90 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[7]