• olie·mag·naat
enkelvoud meervoud
naamwoord oliemagnaat oliemagnaten
verkleinwoord

de oliemagnaatm

  1. iemand die zeer rijk en machtig is geworden door de winning en verkoop van aardolie
     Maar toen in 2003 oliemagnaat Michaïl Chodorkovski politieke ambities kreeg en een serieuze tegenstander van de heersende machtselite werd, ontpopte Poetin zich als een autocratische tsaar die geen tegenspraak duldde en met harde hand regeerde.[2]
     Maar dat gaat geen indruk maken op Poetin, denkt zowel Deen als Smeets. Volgens hen is het grootste deel van deze groep "doodsbang" voor Poetin, bang dat hij al hun bezittingen en geld afpakt, of erger, dat ze de gevangenis in moeten, zoals in 2003 gebeurde bij oliemagnaat Michail Chodorkovski.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  3.   Weblink bron “Poetins oorlog: naar wie luistert hij nog?” (DO 3 MAART 2022), NOS