• oc·cul·tis·me
  • afleiding van occult met het achtervoegsel -isme[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord occultisme
verkleinwoord

het occultismeo

  1. (religie) niet-wetenschappelijke kennis die slechts voor ingewijden, geïnitieerden toegankelijk is, in tegenstelling tot exoterie
    • Yves Bonnefoy, een van de belangrijkste Franse naoorlogse dichters en kanshebbers op de Nobelprijs, is vorige vrijdag op 93-jarige leeftijd in Parijs overleden. Hij begon als surrealist, maar keerde die stroming al snel de rug toe; hij verweet de surrealisten een hang naar occultisme. In zijn gedichten probeerde hij het ‘onmiddellijke in het leven’ te zoeken door trouw te blijven aan ‘de waarheid van het woord’. [2] 
  2. (wetenschap), (religie) de studie van alternatieve of gemarginaliseerde religieuze bewegingen of filosofieën waarvan de aanhangers in het algemeen hun eigen overtuigingen, praktijken en ervaringen onderscheiden van de publieke, geïnstitutionaliseerde religieuze tradities
    • Stichting Transformed houdt zondagavond een bijeenkomst met als thema 'Abracadarbra - wat de bijbel zegt over occultisme'. Spreker hierover is Martin Brand van de zendingsorganisatie Operatie Mobilisatie. [3] 
89 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 08 JULI 2016
  3. Tubantia 06-02-2009
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be