obsessie
- ob·ses·sie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dwangvoorstelling’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van obsederen met het achtervoegsel -ie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | obsessie | obsessies |
verkleinwoord | obsessietje | obsessietjes |
de obsessie v
- (medisch) dwangvoorstelling
1. dwangvoorstelling
- Het woord obsessie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "obsessie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "obsessie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be